Proefles Taal Persoonsvorm - Bestuderen
Instructie
Lees de onderstaande informatie een aantal malen goed door en probeer de kernpunten goed te onthouden.
Klik op een hoofdstuk om de informatie te zien.
Tip: lees de informatie hardop voor (maar wel zo dat je anderen niet stoort).
1. Wat is een werkwoord?
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat iemand of iets doet.
Voorbeelden van werkwoorden zijn:
- Lopen
- Fietsen
- Zitten
- Eten
- Drinken
- Denken
- Slapen
Werkwoorden gebruiken we de hele dag door in de zinnen die we spreken, schrijven en lezen.
Voorbeelden van werkwoorden met onderwerpen die aangeven dat iets of iemand iets doet, zijn:
- Ik loop
- Jij fietst
- Hij zit
- Zij eet
- Hij drinkt
- Wij denken
- Zij slapen
Makkelijk Moeilijk Onbegrijpelijk
2. Wat is een persoonsvorm?
In bijna iedere zin staat een werkwoord dat verbonden is met het onderwerp.
Bijvoorbeeld in deze zin:
"John loopt naar huis."
Het werkwoord loopt is in deze zin de persoonsvorm.
Dit speciale werkwoord noemen we de persoonvorm.
De persoonsvorm is het speciale werkwoord waaraan je kunt zien in welke tijd de zin staat.
De voorbeeldzin staat overigens in de tegenwoordige tijd.
Makkelijk Moeilijk Onbegrijpelijk
3. Waarom moet je weten wat de persoonsvorm is?
De persoonsvorm is het speciale werkwoord dat zegt in welke tijd een zin staat.
Hierdoor kunnen we de zin beter begrijpen: is het tegenwoordige tijd, verleden tijd of toekomende tijd?
Ook zie je aan de persoonsvorm of een zin in het enkelvoud of in het meervoud staat.
Als je een zin wilt ontleden, zoek je eerst de persoonsvorm op.
Daarna bepaal je het onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en de bepalingen.
Makkelijk Moeilijk Onbegrijpelijk
4. Hoe vind je de persoonsvorm?
Er zijn 3 verschillende manieren om het speciale werkwoord "de persoonsvorm" te vinden.
- Maak de zin vragend. De persoonsvorm (het speciale werkwoord) komt hierdoor vooraan te staan.
- Zet de zin in een andere tijd zet. Je ziet dat hierdoor de persoonsvorm (het speciale werkwoord) veranderd.
- Verander de zin van enkelvoud naar meervoud of andersom. Hierdoor verandert ook het speciale werkwoord "de persoonsvorm".
Makkelijk Moeilijk Onbegrijpelijk
5. Voorbeelden persoonsvorm
Hieronder zie je van elke manier een voorbeeld. De persoonsvorm is vetgedrukt en schuin gedrukt in de zinnen.
- Senrita eet een manja. - Eet Senrita een manja?
- Chan eet een guave. - Chan at een guave.
- Marie eet een papaya. - Marie en Chan eten een papaya.
- John eet een ananas. - John heeft een ananas gegeten.
Makkelijk Moeilijk Onbegrijpelijk
Kernpunten
Kernpunten om goed te onthouden zijn:
- Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat iets of iemand doet.
- De persoonsvorm is het speciale werkwoord in een zin.
- Je dient eerst de persoonsvorm te vinden om een zin te kunnen ontleden.
- Er zijn drie eenvoudige manieren om de persoonsvorm te vinden.
- Een zin vragend maken
- Een zin in een andere tijd zetten
- Een zin van meervoud naar enkelvoud veranderen of andersom
Volgende stap
Wanneer je de bovenstaande informatie een paar keer hebt doorgenomen, ga dan de oefeningen maken die hierbij horen.
Oefenen